Wie spaart voor de oude dag via banksparen of een lijfrenteverzekering kan het pensioeninkomen na pensionering opkrikken.
Dit kan door voor een kortere uitkeringsduur te kiezen via de ’tijdelijke oudedagslijfrente’. Maar het kabinet heeft deze optie geschrapt in het conceptvoorstel voor de nieuwe pensioenwet.
De uitkeringsduur wordt daarmee automatisch levenslang (20 jaar of langer) en het inkomen per maand lager, waardoor plannen van toekomstige pensioengerechtigden mogelijk niet door kunnen gaan.
Dit is wat een opgebouwd kapitaal van 40.000 euro tot 200.000 euro per maand oplevert als je kiest voor een tijdelijke oudedagslijfrente van 5, 10, 20 jaar of langer.
Je bent jong en je wilt wat, denk je misschien als je net de AOW-leeftijd hebt bereikt. In dat geval kan een hoger pensioeninkomen van pas komen. Bij een aanvullend pensioen kun je dat regelen met de tijdelijke oudedagslijfrente. Althans, nog wel. Want deze optie wordt de das omgedaan in het conceptvoorstel voor de nieuwe pensioenwet.
De tijdelijke oudedagslijfrente is een regeling voor mensen die aanvullend pensioen opbouwen met banksparen of een lijfrenteverzekering. Het komt erop neer dat ze hiermee voor een aanvulling op hun inkomen kunnen zorgen in de eerste jaren na pensionering, door (een deel van) hun opgebouwde kapitaal over een kortere periode te laten uitkeren.
Volgens vergelijkingssite MoneyWise en online pensioenbank Brand New Day kiest de helft van alle mensen met een lijfrentekapitaal voor een kortere uitkeringsduur van 5 jaar. 21 procent kiest voor 10 jaar. Uit klantonderzoek van Brand New Day blijkt dat mensen heel concrete plannen hebben met hun lijfrentekapitaal in de eerste jaren na pensionering.